Door Carel-Vincent van de Graaff
Persoonlijke column van Carel-Vincent de Graaff uitgesproken tijdens de vierde ‘aflevering’ van Gepeperd Verleden: een debatreeks over het koloniale verleden en postkoloniale heden van Indische Nederlanders, georganiseerd door Het Indisch Herinneringscentrum. in november 2018
Als je deze jongen zou kennen dan weet je dat hij Carel Johannens Frederick heet. Je zou weten dat hij vernoemd is naar zijn grootvader en dat zijn roepnaam Hans is.
Als je Hans zou kennen, dan zou je weten dat hij in 1922 in Semarang geboren is. Zijn moeder komt uit een welgestelde Europese familie en zijn vader heeft een hoge functie bij de Java-China-Japan pakketvaart. Summertime and the livin is easy. In 1935 vertrekt Hans naar Nederland om te studeren. Vanwege de dreiging in Europa van de Nazi’s keert hij in 1939 op bevel van zijn vader terug naar Indië. Hij wordt in 1941 opgeroepen als dienstplichtige en na de capitulatie van het KNIL is hij krijgsgevangenen van het Japanse leger. Blote voeten met blaren en zweren in het oerwoud van Thailand. Zwart gekleurde vermoeide handen delven kolen in Japan. De tunnels in de kolenmijn zijn lang maar dan verschijnt er een oogverblindend atomisch licht. De oorlog is voorbij.
Hans (Carel Johannes Frederick)
Hans keert vlak na de oorlog terug naar Nederland om zijn studie af te ronden en in 1948 keert hij terug naar Indië of Indonesië? Ontmoet Ottoliene Elisabeth Jacoba Supit, iedereen noemt haar Lieke. Ze worden verliefd en huwen op 11 mei 1950 in Makassar. Twee jaar later wordt hun zoon geboren. Maar ‘Summertime’ was nergens te vinden and live was zeker niet ‘easy’.
Het gezin maakt de overtocht naar Nederland in ’58. Onderaan de lader beginnen dat is wat Hans moest doen. Nederland had zijn eigen oorlogstrauma er was geen ruimte voor het verdriet en de pijn van Hans en zijn gezin. Zijn zoon groeit op met een moeder die altijd maar is blijven wachten op een baboe om haar taak als moeder over te nemen. Zijn zoon groeit op met het idee dat hij beter moet zijn dan die belanda’s. Het steeds misgrijpen naar erkenning maakt liefde onmogelijk. Het oorlogstrauma van Hans is een zweep die vlees verscheurende slagen uitdeelt. Als je Hans zou kennen dan zou je weten dat hij zijn zweep heeft doorgegeven aan zijn zoon. Je zou weten dat zijn zoon die zweep heeft gebruikt voor zijn eigen zoon. Hans is gestorven. Zijn zoon geselt zichzelf nu zijn kinderen hem hebben verlaten.
Als je Hans zou kennen dan zou je weten dat hij mijn opa is.
Carel-Vincent
Mijn naam is Carel-Vincent 31 jaar maar ik word vaak Carel genoemd. Ik ben een vierdejaars Pabostudent en heb gekozen voor het jonge kind met als uitstroomprofiel ‘Diversiteit en Kritisch Burgerschap. 25 jaar heeft het mij gekost om de kracht te vinden de zweep van mijn opa en later die van mijn vader te begraven. Op school leerde ik niets over Indië thuis werd gezwegen. Ik ben zelf opzoek gegaan naar het verhaal van mijn identiteit. Stapels boeken over Indië heb ik moeten lezen en uren lang heb ik met mensen gesproken waarvoor Indië wat betekende. Langzaam maar zeker besefte ik dat het niet alleen belangrijk is te weten ‘wie ik ben’ maar ook ‘hoe ik ben’. Sta ik alleen stil bij het verhaal van mijn overgrootouders of sta ik ook stil bij het verhaal van hun werknemer? Wat is haar naam? Wat was haar situatie?
Erkenning voor het Indische verhaal in het onderwijs?
Vaak krijg ik uit Indische kringen geluiden van kritiek op het onderwijs te horen zoals: ‘Vroeger leerde wij alles over Nederland maar wat weten zij van Indië?’ of ‘Wat weet Nederland van ons oorlogsleed?’ Als het in de boekjes zou staan, zou men ons beter begrijpen.’
Wat betekenen deze geluiden voor ons onderwijs? Is het de taak van het Nederlands onderwijs om de Indische gemeenschap erkenning te geven en te bevestigen in hun slachtofferschap? Mag het erkennen van slachtofferschap in een postkoloniaal tijdperk enkel gericht zijn op een specifieke groep? Wordt het dan niet een éénzijdig verhaal? Ik vraag me af of ik straks als leerkracht op die wijze erkenning hoor te geven. Aan wie geef ik dan erkenning? Wiens verhaal vertel ik? Hoe sluiten deze verhalen aan op de actualiteit? Dat zijn vragen die ik mezelf dagelijks stel.
Met een top down systeem waarbij je als leerkracht vaak onderaan staat heb je niet de macht de gebruikte canon en de daaruit voortvloeiende methodes aan te passen maar je kunt je leerlingen wel vormen in kritische burgers die niet alleen weten wie zij zijn maar vooral ook bewust kunnen omgaan met de vrijheid over hoe zij zijn. Kinderen die in hun manier van zijn onafhankelijkheid van bestaande ordes hebben. Dat is de erkenning die ik als leerkracht wil geven aan een inclusief verhaal.
Verbind het migratieverhaal van de Indische gemeenschap aan grotere thema’s als ontheemding, racisme en nationaliteit. Maak de Indische geschiedenis een relevant en actueel vertrekpunt en filter hier de tools uit die Jan uit Schagen en Dunia uit Syrië nodig hebben om samen de toekomst te bouwen.